Stelt u zich eens voor: uw bloed wordt geprikt om te controleren of de Hb-waarde van uw buurman in orde is. Leest u deze zin gerust nogmaals: ja, úw bloed. Klinkt vrij onlogisch, niet? Vind ik nou ook. Des te triester vind ik het dat dit soort onlogische controles in de ouderenzorg voorkomen. Zonde van de energie, tijd, relatie tussen organisaties maar vooral: de tijd en het geld dat we aan kwetsbare ouderen hadden kunnen besteden.
Mevrouw Van Mourik is bovengemiddeld
Mag ik deze onlogica even aan u toelichten? We beginnen eenvoudig met mevrouw Van Mourik, uit mijn eerdere blog. Om bij ons te wonen heeft zij een indicatie nodig. Een onafhankelijke instelling, het CIZ, toetst daartoe of zij wel echt de zorg nodig heeft die wij haar graag bieden. Tot zover geen vuiltje aan de lucht: door haar ziekte heeft mevrouw van Mourik behoorlijk wat zorg nodig en dus kreeg zij van het CIZ een indicatie met zorgzwaartepakket 7; ofwel ZZP7. Wij krijgen hierdoor voor mevrouw van Mourik 19 uur zorg per week betaald van het zorgkantoor. (Mocht u zich afvragen hoe mevrouw zich de overige 149 uur per week redt, daar komt ik graag een andere keer op terug.)
'Ik denk zelf dat gemiddelden bestaan bij de gratie van bovengemiddeld en benedengemiddeld.'
Nu wonen niet bij alle zorgorganisaties evenveel mensen met een ZZP7. Je kunt immers ook met een ZZP4, 5, 6, 8 of 9 bij ons en collega-organisaties wonen. En waar mensen gaan wonen, is vanzelfsprekend hun eigen keuze. Bij ons woont toevallig een meer dan gemiddeld aantal mensen met ZZP7. Het zorgkantoor vraagt zich af of dat wel terecht is. Ik denk zelf dat gemiddelden bestaan bij de gratie van bovengemiddeld en benedengemiddeld, maar dat terzijde. In elk geval ontstaat bij het zorgkantoor de wens tot controle.
De controle
Hier komt de onlogica: deze controle wordt bij ons uitgevoerd, terwijl dus wij geen indicaties verstrekken. Toch willen ze óns controleren. De eerste stap is ons bevragen in een overleg. Over toon en muziek valt niet te twisten, maar ik kreeg niet het gevoel dat de vraag: “hoe kan het nou toch dat jullie zo óntzettend veel ZZP’s 7 in huis hebben?” werd gesteld vanuit belangstelling. Mij bekroop het gevoel dat er sprake was van wantrouwen. En niet van vertrouwen.
'Had ik al gezegd dat wij geen indicaties afgeven?'
Omdat ik geen antwoord kon geven op die vraag - had ik al gezegd dat wij geen indicaties afgeven -, volgt de tweede controle. Een lijst met vragen. Vragen die vooral gaan over het aantal collega’s dat bij ons in de zorg werkt, wat voor opleiding onze HBO-verpleegkundigen hebben gevolgd (ik dacht ook even dat het een grappig bedoelde retorische vraag was), hoe de overlegstructuur eruit ziet en meer van dat. Om uw aandacht niet te verliezen houd ik het kort: na uitgebreide en zorgvuldige beantwoording van deze lijst volgt een tweede lijst. Meer vragen die weinig van doen hebben met indicaties en zeker niet met die van mevrouw Van Mourik. Ook deze informatie is helaas niet naar tevredenheid, want nu volgt de volgende stap: een controle ter plaatse…
Dossier mevrouw Van Mourik
Even een intermezzo, want laten we wel wezen: we hebben het hier over ménsen. Uw moeder, uw man of desnoods die buurman van de Hb-waarde. In alle controlerondes valt de naam van mevrouw Van Mourik niet. Zij is nu een dossier geworden met een nummer. Een ZZP7.
'Verwacht u dat zij met mevrouw Van Mourik komen praten? Dan moet ik u teleurstellen.'
Nadat wij intussen al aardig wat uren bezig zijn met het verzamelen van gegevens, komen drie medewerkers van het zorgkantoor ter plekke controleren. Verwacht u dat zij met mevrouw Van Mourik komen praten? Dan moet ik u teleurstellen: ze komen in een kantoortje een dag lang naar tien dossiers kijken. Wij schenken ze met liefde koffie, want dat zijn wij gewend: met liefde en aandacht voor anderen zorgen. Aan het einde van de dag spreken ze het verlossende woord: de dossiers zijn keurig op orde. Het zorgkantoor vinkt controle bij Zorgcentra De Betuwe af.
Vertrouwen in plaats van wantrouwen
Ik nam u mee door dit boekhoudkundige verhaal omdat dit naar mijn idee illustreert dat wij in Nederland een wantrouwende, technocratische bureaucratie hebben opgetuigd die alleen oog heeft voor gemiddelden, geld en dossiers. In plaats van oog voor mevrouw Van Mourik. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat zij geen cent beter is geworden van deze hele exercitie.
'Laten we vandaag beginnen met minder regels en bureaucratie.'
Natuurlijk moeten we misbruik van geld dat bedoeld is voor onze ouderen voorkomen. En het zorgkantoor is niet de enige organisatie die vanuit een controlebehoefte uitgaat van wantrouwen. Maar we zeggen ook dat we minder regels en bureaucratie willen. Ik zeg: laten we daar vandaag mee beginnen; zorgkantoren, inspecties, accountants en ministeries. Met vertrouwen in plaats van wantrouwen. Met het zien van de mens en niet het dossier. En als we dan al de noodzaak voelen tot controle en drie keer hebben nagedacht of dat écht zinnig is; laten we dan ook controleren wie er over gaat. Dat maakt de samenwerking en relatie tussen organisaties inhoudelijker. En dan kunnen wij verder met liefdevol en aandachtig ons werk doen. Je kunt je tijd tenslotte maar een keer besteden.
Ruth Maas
Raad van Bestuur Zorgcentra De Betuwe