2019 heeft me, meer dan ooit, geleerd wat onontbeerlijk is voor je rol als toezichthouder. Namelijk: ervaringen opdoen in de dagelijkse praktijk van ouderenzorg. Thema’s als werkdruk, personeelstekort, inzet van kwaliteitsmiddelen – het zijn abstracte gegevens. Tot je aan den lijve ervaart wat ze betekenen. En hoe daarop in de praktijk wordt ingespeeld.
De lente van 2019
Voor mijn geestesoog verschijnt een beeld van afgelopen jaar: aan het eind van een zonnige lentemiddag sta ik met twee jonge vrouwen - een vluchteling en een ROC-leerling - de bezoekerstoiletten van zorgcentrum Lingewaarde in Tiel te schrobben. We volgen nauwgezet het protocol: de deurkruk schoonmaken ná het toilet, de gebruikte doekjes goed gescheiden van de schone doekjes opbergen, de latex handschoenen tijdig wisselen. Enkele bewoners in de gang slaan onze activiteit glimlachend gade en geven goedbedoeld commentaar.
‘Ze voorzien precies in datgene wat in de zorg anno 2019 onder druk staat.’
Mijn tijdelijke collega’s zijn leden van het Team van de Buurt, een samenwerking tussen ROC Rivor en Zorgcentra De Betuwe. In dit wijkleerbedrijf lopen jonge vakmensen van de toekomst, die de opleiding Dienstverlening volgen, stage. Ze doen niet alleen zelf cruciale leerervaringen op. Ze bewijzen ook het leven van ouderen en het werk van de verzorgenden en verpleegkundigen een grote dienst. Ze voorzien namelijk precies in datgene wat in de zorg anno 2019 onder druk staat: aandacht, tijd en een extra helpende hand waarvoor binnen de zorg nauwelijks meer ruimte is.
Op sleeptouw
Simone van 22 jaar wijdt mij - 56 jaar - in. Ze neemt me geduldig op sleeptouw en doet me de schroom overwinnen om bewoners te ‘storen’. Want zo voelt dat voor mij soms als ik hun kamers betreed, koffie of thee breng, deelneem aan activiteiten, met aandacht met ze in gesprek wil gaan en over hun schouders meekijk.
Simone voorziet met Chazal, Anouk, Esmee, Gerda, Souhaila en Aya in iets waarvoor binnen de reguliere zorg onder de toenemende druk soms net geen ruimte bestaat. Er wordt gesjoeld met bewoners. De ramen van een oudere buurtbewoonster worden gewassen. Haar hond wordt uitgelaten. Er wordt gevolksdanst in het nabijgelegen buurtcentrum, koffie en thee wordt rondgebracht. En een rolstoelwandelingetje wordt gemaakt. Net waar behoefte aan is.
Een vette 9
Als ik na het reinigen van de bezoekerstoiletten doekjes in de juiste waszak heb gedeponeerd, de handschoenen in de afvalbak heb gegooid en mijn handen grondig heb gewassen, sluit ik aan bij de gezamenlijke afsluiting. Met werkbegeleider Frans evalueren ze samen de dag en vult iedereen een logboekje in. Ook ik.
‘Ik ben als mens én toezichthouder geraakt.’
Op de vraag: “wat voor cijfer geef je de dag? “ antwoord ik met een vette 9. Ik ben als mens én toezichthouder geraakt door de waarde van ieders bijdrage. Hoe klein of indirect ook, het zijn allemaal positieve bijdragen aan de zorg en aandacht voor ouderen. De open- en oprechtheid van het Team van de Buurt heeft me aangegrepen. Ik ben onder de indruk van het effect van het geven van ruimte en vertrouwen aan deze jonge mensen. Zij ontwikkelen zich binnen een professionele omgeving. En de ouderenzorg in Nederland wordt er mooier van.
Laat mogelijkheden niet onbenut
Het meelopen met het Team van de Buurt was voor mij een van de vele mogelijkheden die je als toezichthouder hebt. De mogelijkheden om een verrijkende “kantelervaring” door te maken. Zo was er in 2018 voor mij ook
Het Boterincident. Als je er voor open staat, liggen ze voor het oprapen. Ik wens collega toezichthouders in 2020 toe dat ze deze mogelijkheden niet onbenut laten.
Johan Visser
Raad van Toezicht Zorgcentra De Betuwe